Wanneer heb je een vaarbewijs nodig?
Wanneer heb je een vaarbewijs nodig?
Als ik aan mijn bootje werk, hoor ik regelmatig discussies over het vaarbewijs. De één zegt dat iedereen die met motorboot of zeilboot of roeiboot het water op gaat een vaarbewijs nodig heeft. De ander beweert dat het alleen geldt voor snelle motorboten en ze hebben allebei gelijk. Hoe zit het nu precies?
Iedereen die met een boot het water op gaat, heeft een vaarbewijs nodig.
In artikel 1.09 van het Binnenvaart Politie Reglement (BPR) staat het volgende: “Sturen van een schip. Een schip mag niet varen indien het sturen niet wordt verricht door een daartoe bekwaam persoon” en dan volgen er wat leeftijdscriteria. Maar er staat niet bij aan welke eisen een ‘bekwaam persoon’ moet voldoen. Hoe kun je aantonen dat je bekwaam bent? Dat zou kunnen met een CWO (Commissie Watersport Opleidingen) diploma maar dat zijn voor het merendeel zeildiploma’s en er is een klein vaarbewijs.
Een boot is toch wat anders dan een schip?
In artikel 1.01 van het Binnenvaart Politie Reglement (BPR) staat het volgende: “Onder schip wordt verstaan elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterplaatsing (luchtkussenvaartuig) en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als middel van vervoer te water.” Je zou kunnen zeggen dat alles wat drijft en waar je op of in kunt zitten een schip is. Dus ook zeilplanken, roeiboten, luchtbedden, sloepen, supboard en noem verder maar op, valt onder term schip en daar mag alleen mee gevaren worden als het bestuurd wordt door een ‘bekwaam persoon’. Dus ja, iedereen die met een boot het water op gaat, heeft een (vaar)bewijs nodig dat hij/zij bekwaam is.
Vaarbewijs geldt alleen voor snelle boten en grote boten.
Binnenvaartbesluit. Artikel 16 “Een klein vaarbewijs is vereist voor het voeren* van:
- b. pleziervaartuigen** met een lengte van ten minste 15 meter en minder dan 25 meter;
- d. schepen met een lengte van minder dan 15 meter die door middel van de eigen mechanische voortstuwingsmiddelen een snelheid van meer dan 20 kilometer per uur ten opzichte van het water kunnen bereiken.”
Het klein vaarbewijs is voor wat de pleziervaart betreft alleen verplicht voor snelle en grote boten. Voor alle andere kleine boten (kleiner dan 20 meter) is het klein vaarbewijs niet verplicht, maar je moet wel bekwaam zijn. De wet- en regelgeving geeft niet aan wat ‘bekwaam’ inhoud.
Ongelukken en schade
BPR artikel 1.09 komt in de praktijk alleen aan de orde als er schade wordt gevaren en toon dan maar eens aan dat je als schipper van niet een vaarbewijs plichtig schip zonder vaarbewijs ondanks alles wel ‘bekwaam’ bent. Dus bij schade kan een bewijs dat je kunt varen (vaarbewijs) wel heel handig zijn.
* nautische term voor ‘varen/besturen’.
** wordt in BPR artikel 1.01 niet genoemd.